Gonju, Jeonju, Gwangju en Jeju-do

3 juli 2010 - Pusan, Zuid-Korea

Vanuit Seoul vertrokken we zuidwaarts het binnenland in van Korea. Eerste stop was Gonju. Daar was er niet zo veel te zien, behalve de oude wallen van een fort en enkele tombes die ze er opgegraven hadden.

In Jeonju hetzelfde verhaal, wel een gezellig stadje, met als belangrijkste bezienswaardigheid het oude stadsdeel. Na een uurtje besloten we dat we genoeg oude delen hadden bezocht en vatten we een wandeling aan door het moderner stadsdeel: de winkelstraten. De Koreanen zijn zeer modebewust. Alle merken zijn hier vertegenwoordigd en iedereen loopt er dan ook pico bello bij. Er wordt constant in de spiegels gekeken of hun haar nog goed ligt. Ook de mannen trouwens, die lopen hier allemaal rond met een handtas en ze gedragen zich zeer eum vrouwelijk... Plastisch chirurgie is hier ook een grote modetrend, veel jongeren krijgen het zelfs cadeau van hun ouders als ze afstuderen. De populairste ingrepen zijn aan de ogen en aan de neus, zodat ze er meer 'Westers' uitzien.

De volgende dag hebben we wel zin in een beetje natuur en nemen we de bus naar het Maisan National Park. Een leuke en fikse wandeling waarbij we een paar bergjes beklimmen en van de omgeving kunnen genieten. Ook hier ontdekken we een typisch Koreaans fenomeen: de trekkende oudjes. Naast mode zijn ze hier heel begaan met gezondheid en fitheid in het algemeen. Gepensioneerden trekken er in groep op uit naar de parken voor een dagje wandelen, maar dat doen ze niet zomaar... In vol ornaat met handschoenen, wandelstokken, een outfit van 'The North Face' in felle gele, blauwe of roze kleuren met een rugzak en 3 liter water zien ze eruit alsof ze ieder moment Mount Everest kunnen beklimmen.

Onze volgende bestemming is Gwangju, een grote stad waar we enkel naartoe trekken omdat we een Amerikaans koppel leerden kennen in Maleisië die hier werken. We worden zeer gastvrij onthaald en mogen in hun appartement logeren. Christina en Shaun werken hier al 2 jaar als leraar Engels en ze tonen ons een beetje rond in het stadje. De volgende dag moeten ze op workshop en lopen wij dan maar een beetje rond in het tofste busstation in de wereld. Er is een cinema waar we naar de A-team gaan kijken, een speelhal, veel lekkere restaurants en hoe kan het ook anders: een gigantische shoppingmall.

's Avonds speelt Zuid-Korea opnieuw in het WK tegen Uruguay. Met een meute andere Amerikanen gaan we kijken in het wereldbeker stadium. Het stadium loopt verrassend vol en de sfeer is gezet, iedereen is opgetut in rode t-shirts met duivelsoortjes op. Het voelt bijna aan alsof we in Zuid-Afrika zelf zijn. Na 10 minuten valt een tegengoal en wordt iedereen muisstil. Daarna wordt het 1-1, waardoor de menigte ontploft van vreugde en er zelfs vuurwerk wordt afgeschoten. Maar Uruguay is blijkbaar een degelijke ploeg en het mag niet zijn, het wordt 2-1 en het verhaal voor de Koreanen is uit.


We verlaten onze Amerikanen en via Mokpo nemen we de ferry naar het eiland Jeju-do. Jeju is een vulkanisch eiland waar we hoopten om (hoe kan het ook anders) een vulkaan te beklimmen. Maar de dikke mist die over het eiland hangt verpest die plannen. We hebben dan maar een waterval die in zee valt, een lava tunnel en een kleiner vulkaantje die ook in de mist hing bezocht. Vanuit Jeju vliegen we naar Busan waar we de ferry boeken naar Osaka, Japan. Zo weten jullie meteen ook over wat de volgende blog zal gaan.

Aangezien Kenny zwaar aangeslagen door de winst van de Hollanders een dutje aan het doen is en het feit dat hij het nodig acht om ook steeds de laatste wedstrijd van de dag te bekijken, zijn er  geen weetjes of dergelijke.
Ohja, ter info. Meneer blijft dus soms wakker tot 5u om de laatste wedstrijd van de dag te kunnen zien.
Zot zijn doet gelukkig geen zeer, maar het is wel een lieven.

 

Foto’s